Sprookjeswereld van 1001 nacht
De Ardennen in België zijn rijk aan snelstromende riviertjes die grotten hebben uitgesleten in de kalkstenen heuvels. Het water heeft stalactieten, stalagmieten, rietjes, gordijnen en andere excentrieke uitstulpingen gevormd, die een prachtig schouwspel vormen voor speleologen en geologen. Maar ook de toeristen worden betoverd door de schoonheid van deze kalkafzettingen. De grotten van Hotton zijn een geologisch pareltje, geklasseerd als uitzonderlijk natuurerfgoed van Wallonië en ze kregen terecht twee sterren in de befaamde groene reisgids van Michelin. Ze zijn één van de belangrijkste bezienswaardigheden van de Ardennen en België en ze zijn vooral... groot!

Kleine rondleiding
De galerijen van de grotten van Hotton zijn ontstaan door de infiltratie van regenwater in rots van de Calestienne. Deze kalksteenstrook, die loopt van West naar Oost over meer dan 120 km, kunnen we volgen van de grens van Frankrijk tot Remouchamps, via Chimay, Couvin, Nismes, Beauraing, Han-sur-Lesse, Rochefort, Marche, Hotton, Barvaux, Durbuy. Hiermee hebben we meteen de belangrijkste grotten van België opgesomd.
In Hotton verzamelt het regenwater zich in een ondergrondse rivier die stroomafwaarts van het dorpje Hampteau bij de Ourthe komt. Het water slijt de stenen uit en tast ze aan, en zo vormen zich de mooiste zalen. De verschillende kleuren en concreties ontstaan door de diversiteit van de bodems waar het water doorheen stroomt. De ondergrondse wandeling duurt ongeveer een uur, aan een temperatuur tussen de 12 en 16°C. De zalen bevinden zich op drie niveaus. De bezoeker daalt af tot 65 meter diepte, en komt in een galerij van 200 m lengte. Vervolgens stijgt men 30 m te voet en 35 m met de lift.

De route start met de zaal genaamd “salle de Persévérance” (doorzettingsvermogen). Deze naam is gekozen omdat in maart 1961, twee speleologen met gevaar voor eigen leven de 10 m hoge schoorsteen uitklommen (put Magos et Stas) en zo de vaste grond bereikten.
Het bezoek gaat verder via de « salle de l’Autel », de « salle Rouget », de « salle de Minuit », de « galerie de l'amitié », om zo bij het « Balcon » te komen dat uitkijkt op de « galerie du Spéléo Club de Belgique », een zaal met de uitzonderlijke grote van 200 m x 35 x 10 m. In deze diepte dreunt een lange waterval.
De terugtocht begint op deze plaats en biedt nog een feeëriek decor, een « gours » (waterbassin) en zeer fijne concreties die de bezoeker betoveren. Het is tijd om de lift terug te nemen om het daglicht weer te mogen aanschouwen.